HET
(Amsterdam )
Bezetting:
Jacques
Zwart (voc/gt)
Adri de Hont (gt)
Pim van der Linden (bs)
Dennis Whitbread (drs)
Het wordt in ‘ 65 gelanceerd door Bob Bouber ( de ex-zanger van ZZ & de Maskers ) die de groep heeft samengesteld door o.m. leden van de Amsterdamse Mads. Als manager / songwriter / vormgever van Het bedenkt hij, om de debuutsingle Ik heb geen zin om op te staan te promoten, een stunt met een groot verrijdbaar ledikant op de drukke Dam in Amsterdam. Een flinke oploop volgt, maar het feestje wordt na tien minuten door de politie, die de ordeverstoorders inrekent, afgekapt. Het voorval levert Het veel publiciteit en een Top-10 hit op. De groep is zeer beïnvloed door de sound en kleding van The Who. Ook bedienen de musici zich van een eigen taaltje met woorden als ‘prop’, ‘natel’ en ‘plenken’. Dit alles is deel van het imago dat Bouber deze pop-art-beatgroep heeft toebedacht. Kejje nagaan wordt in ‘ 66 een veel bescheidener hit. Na twee Engelstalige en geflopte singles is de rek er uit. In ‘ 67 gaat Het deels over in Pocomania, de begelidingsband van soul en R&B zanger Davy Jones. Met hem wordt een LP opgenomen. Pocomania ondergaat talrijke groepswijzigingen, maar wordt opgeheven na het uitbrengen van de single Heikrekel.
1965
Het komt voort uit The Mads, een band die in Amsterdam al een reputatie geniet met keiharde muziek. Brein achter de band is Bob Bouber, die na zijn periode als ZZ van de Maskers behoefte heeft aan iets nieuws. Met zijn goede neus voor de tijdgeest en de mo Naar voorbeeld van The Small Faces en The Who meten de bandleden zich een mod-imago aan, inclusief kleding in de op-art stijl (shirts met afbeeldingen met verkeersborden). De promotie-stunt van de eerste single Ik Heb Geen Zin Om Op Te Staan bezorgt de band in één klap landelijke bekendheid. Tijdens het spitsuur wordt de bandleden, gelegen in een groot ledikant op wielen, de Dam op gereden. Na tien minuten wordt de happening afgeblazen door de politie, die in dat jaar veel te stellen heeft met provo's, nozems en andere langharige jongelieden.
Met een luie beat en in simpele maar doeltreffende bewoording vertolkt Ik Heb Geen Zin Om Op Te Staan het universele ochtend-dilemma: `Met mijn voeten tegen je pyjama aan' of toch `met mijn grote, blote handen naar mijn baas'. De tekst is van Bob Bouber die met Geen Zin voortgaat op de Nederlandstalige weg die hij in 1963 al had ingeslagen met Dracula van ZZ en de Maskers. Overigens heeft Bouber de credits van deze evergreen en van de b-kant, Alleen Op Het Kerkhof, gegund aan zijn toenmalige vrouw T. (Tinka) Bouber.gelijkheden van publiciteit weet hij de groep snel in de belangstelling te brengen.